Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [14]hij heeft gezegd: [15]Het baat een man niet, [16]als hij welbehagen heeft aan God. 14. Namelijk, Job. 15. Hoewel Job deze woorden in vorm alzo niet had uitgesproken, nochtans wil Elihu uit zijn redenen besluiten, gelijk uit hfdst.9 vs.22, en hfdst.21 vs.8, en hfdst.30 vs.26, enz., maar de mening van Job was zodanig niet, als was het dat hij, door het geweld zijns lijdens gedrongen zijnde, somtijds al te heftiglijk en te onvoorzichtig zijn zaak dreef. 16. Dat is, als zijn lust is God te dienen en te gehoorzamen. Anders, als hij een behagen heeft met God [te wandelen]. Dit woord is ingevoegd uit Gen.5:22.